
Meest gestelde vragen & antwoorden over Rekenonderwijs Nieuwkomers
- Hoe geef je goed rekenonderwijs aan nieuwkomers?
Voor nieuwkomers dient bij de start van het onderwijs een passend perspectief opgesteld te worden voor het beoogde uitstroomniveau waarbij rekening wordt gehouden met het instroomniveau van de leerling. Hierbij is het beoogde uitstroomniveau leidend voor de inrichting en de planning van het onderwijs. Op deze manier kunnen ook de leervorderingen worden gevolgd in relatie tot het opgestelde perspectief.
- Hoe breng je als leerkracht de beginsituatie in kaart bij een nieuwkomer?
Er zijn meerdere manieren om het rekenniveau van een nieuwkomer in kaart te brengen. In hoofdstuk 2 van de Algemene Handleiding worden de meest voorkomende toetsen kort toegelicht. Het doel van het afnemen van een rekentoets is om het rekenniveau van een leerling te bepalen, de voortgang te monitoren en te bepalen welk rekenaanbod vervolgens moet volgen. Wij adviseren om te starten met een toets die (voornamelijk) uit kale opgaven bestaat, zoals de Schoolvaardigheidstoets Hoofdrekenen, schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde, Cito RekenenBasisbewerkingen of Maatwerk.
- Hoe voer je een rekengesprek?
Het doel van een rekengesprek is om te achterhalen hoe een leerling rekent. Je wilt graag weten welke strategieën een leerling hanteert en of hij betekenis kan verlenen aan de getallen en of hij zichzelf bijvoorbeeld controleert. Op pag.18 van de Algemene Handleiding vind je vragen en observatiepunten voor de leerkracht die gesteld kunnen worden in een gesprek.
- Hoe monitor je de voortgang?
Onafhankelijk van welke toets de school kiest voor het in kaart brengen van de beginsituatie is ons
advies om ook halverwege en aan het einde van het schooljaar/nieuwkomers jaar dezelfde (soort)
toets nogmaals af te nemen, zodat de voortgang die de leerlingen maken goed gemonitord wordt.
Tevens geeft de onderwijsinspectie aan dat het belangrijk is om de behaalde resultaten van de
leerlingen bij te houden in een leerlingvolgsysteem en het ontwikkelingsperspectief daarop bij te
stellen. Daarnaast is ons advies om sowieso aan het einde van het nieuwkomersjaar (bij uitstroom
naar een reguliere klas) alle leerlingen de Cito toets LVS Rekenen-Wiskunde te laten maken. De
resultaten op deze toets geven veel waardevolle informatie voor de overdracht naar een ‘reguliere’
klas/school.
- Hoe kun je de rekenkist inzetten in je rekenles?
Op meerdere manieren kan de rekenkist ingezet worden in de klas. De rekenkist is écht bedoeld als
aanvulling op de rekenmethode die de school al gebruikt. Enerzijds kunnen de materialen die in de
rekenkist zitten een aanvulling zijn op de rekenles, maar de rekenkisten kunnen ook als thema
behandeld worden en/of centraal staan. In hoofdstuk 3 van de Algemene Handleiding wordt uitgelegd hoe Kuna Mondo in Purmerend met rekenkisten voor hun nieuwkomers leerlingen werkt. Ook vind je daar een algemeen lesmodel om met de rekenkist aan het werk te gaan.
Indien gewenst bieden wij begeleiding bij de implementatie van rekenkisten in de groep. We bieden je de mogelijkheid om een workshop van ons te krijgen, waarbij we de kist meenemen.
- Hoe zet je concrete rekenmaterialen in?
Het gebruik van hulpmiddelen bij het leren rekenen kan (jonge) leerlingen ontzettend veel ondersteuning bieden
- Welke rekenspelletjes zijn geschikt?
Het gebruik van spellen in het rekenonderwijs kan een goede aanvulling zijn op de methode en de
lessen. De toepassing van spellen kan zorgen voor meer zelfvertrouwen bij de leerlingen en tevens
een motiverend effect hebben. De leerlingen gaan tijdens het spelen actief aan de slag met de stof
die in de lessen is behandeld en deze wordt daarmee op een visuele, concrete manier ondersteund.
De spellen zijn een extra verrijking en herhaling van de stof maar zijn geen vervanging van de
methode. Ze kunnen eventueel gericht worden op een (extra) specifiek leerdoel.
In hoofdstuk 4 van de uitwerkingen vind je steeds, per domein & leerlijn, een aantal uitgewerkte spelsuggesties.
- Hoe zet je coöperatieve werkvormen in?
Antwoord: In hoofdstuk 5 van de uitwerkingen vind je steeds, per domein & leerlijn, een aantal uitgewerkte voorbeelden van coöperatieve werkvormen. Ook lees je daar waarom coöperatieve werkvormen kunnen bijdragen aan de rekenontwikkeling van kinderen in de nieuwkomersgroep. Het is leuk en goed om te doen en doet daarnaast een groot beroep op de sociale vaardigheden en taal van leerlingen.
- Hoe bestel (/maak) je een rekenkist en wat kost het?
Scholen hebben al veel materiaal zelf in huis. Met behulp van de spellijst en de Materiaallijst geven we je suggesties van het benodigde materiaal en kun je op basis hiervan de lijst zelf desgewenst aanvullen en bestellen. De kosten hangen af van wat je in de kist wilt hebben en daarvoor moet aanschaffen.
- Hoe ga je rekenen met nieuwkomers zonder onderwijservaring?
Voor nieuwkomers zonder onderwijservaring (met name groep 1 & 2 leerlingen) is een starterskist ontwikkeld. De starterskist
besteedt aandacht aan ‘getalbegrip’, maar ook aan vaardigheden zoals tellen, synchroon tellen,
resultatief tellen e.d. op spelenderwijze. Ook het schrijven en benoemen van getallen is voor deze
leerlingen helemaal nieuw. Net als het schrijven van links naar rechts. Maar ook het kennen van
spelregels, zoals het verzetten van een pion als je 5 hebt gegooid. Hoe werkt dit? Waar zet je je pion
neer? Aan deze (reken)vaardigheden wordt in de starterskist aandacht besteed.
Meer informatie?
Kijk op www.hetabc.nl/rekenkisten.
Neem voor meer informatie of een sparringpartner contact op met Dianne Roerdink. Indien gewenst geeft zij begeleiding bij de implementatie van rekenkisten in de groep.
Dianne Roerdink Onderwijsadviseur & Rekenspecialist - droerdink@hetabc.nl